Scheldestelling. Vanaf deze dag zouden ook het gros van de diensten die de Duitse aanvalstroepen volgden mee verhuizen korter bij het volgende front aan de Leie.
- De "Feldpostambt 156" was reeds de dag voordien verhuisd van Lede naar Dikkelvenne.
- De "Veterinär Kompanie" verhuist van Westrem naar Baaigem
- de "Gefangenensammelstelle" verhuist van Oordegem naar het kasteel van Dikkelvenne waar in de tuin ook de munitiekolonnes zullen toekomen van de "Munition Ausgabestelle".
- Voedselbedeling werd voorzien vanaf Elleve te Baaigem.
- Benzinebevoorrading op de Eedwijk te Baaigem.
Aan het Schipdonkkanaal. Ondanks de steeds benardere situatie waarin het nog resterende Belgische leger zich moet zien te verdedigen, blijven ze op verschillende locaties halsstarrig weerstand bieden en zijn er voorlopig nog geen noemenswaardige stellingen verloren gegaan. Wel blijft het sas in Balgerhoeke een penibele zone.
Aan de Leie tussen Kortrijk en Menen. Hier probeert men met alle beschikbare middelen de bressen die daar waren geslagen te Harelbeke en Bissegem in te dijken. De Belgen proberen de schade te beperken door dwarsstellingen (bretellen) op te trekken tussen Ledegem en Sint Eloois Winkel en tussen Wevelgem en Menen door zich op te stellen langs de spoorlijn Menen - Roeselare.
Deze dag konden de eerder doorgebroken Duitse troepen te Wevelgem de opgetrokken bretellen van Belgische kant doorbreken en oprukken tot Ledegem, Rollegem en Sint Eloois Winkel. Roeselare werd hierdoor geleidelijk aan bedreigd.
Er waren ook nieuwe doorbraakpogingen via Dadizele en Geluwe zodat ook Ieper binnen het bereik van toekomstige aanvallen kwam te liggen. Hier probeerden de Belgen door middel van hun gepantserde eenheden van de Lansiers de doorbraak te stuiten.
Aan de Leie te Harelbeke en Kuurne. Ook deze geslagen bres kon van Belgische kant niet meer gedicht worden. Er waren wel geen gigantische uitbreidingen meer van de reeds geslagen bres, deze dag.
Deinze ter hoogte van het Congoplein. In de loop van deze dag (voorlopig kan ik het wel niet plaatsen in de tijd binnen deze dag) geraakte Oberst Wolff van de Duitse 192e Infanteriedivisie zwaar gewond ter hoogte van de opgeblazen brug over het Schipdonkkanaal te Deinze (uiteinde markt). Het kanaal was hier nog niet overschreden door de Duitsers op dat moment en fel verdedigd door de Belgen. Omdat het niet mogelijk was de zwaar gewonde Oberst Wolff te benaderen om hem te evacueren vanuit zijn benarde situatie, gingen de Duitsers in nabijgelegen gebouwen de burgers buitenhalen. Deze werden allen als een levend schild gebruikt om zo de gewonde commandant te kunnen ontzetten, dit terwijl de Belgische kogels over het plein bleven fluiten. Op hetzelfde moment startte ook het Duitse 156e Artillerieregiment een nieuwe beschieting van de stellingen van de Belgen achter de opgeblazen brug. Hierbij viel een granaat te kort en landde hierbij op het Congoplein waar nog altijd de eerder opgeëiste burgers samen stonden en in de klappen deelden. Een 20 tal burgers kwamen hierbij om het leven.
|